Je kunt dit gewoon via ons support aanvragen. Wij zullen dan namens jouw organisatie een nieuwe domeinnaam vastleggen. Afhankelijk van de extensie (.nl, .com, .eu etc.) kunnen wij de kosten van te voren voorleggen.
Nee, wij beheren geen mailboxen voor de domeinen. Je kan mailadressen wel onderbrengen bij bijvoorbeeld Microsoft365 of Gmail. Let wel dat er kosten vast zitten voor de hosting van de e-mailadressen. Hoogte van de kosten hangt af van hoeveel e-mailadressen je wilt laten beheren.
Mocht je hier niet uitkomen en heb je vragen kan je altijd contact met ons opnemen.
Het is aan te raden om zelf een facebook (Meta) pixel aan te maken omdat je hiervoor een bedrijfsmanager account moet hebben van Meta. Via deze link kan je de instructie nalezen hoe zo'n Meta pixel werkt. Kom je er niet aan uit of heb je hulp nodig? Neem hiervoor contact met ons op.
Om een iframe toe te voegen kun je gebruikmaken van de content pagepart. Klik bij de content pagepart op het 'wereldbolletje' in de taakbalk. Vervolgens zie je een invulveld "URL". Plak hier de URL welke je als iframe wilt inlezen.
Om een iframe toe te voegen kun je gebruikmaken van de content pagepart. Klik bij de content pagepart op het 'wereldbolletje' in de taakbalk. Vervolgens zie je een invulveld "URL". Plak hier de URL welke je als iframe wilt inlezen.
Als je een video vanuit YouTube wilt inlezen, heb je hiervoor de juiste hyperlink nodig. Deze kun je genereren via YouTube door de video te bekijken, te klikken op 'delen' en vervolgens te kiezen voor 'insluiten'. Je ziet vervolgens een gehele iframe code. Gebruik alleen het stukje wat staat na 'src': iframe width="560" height="315" src="https://www.youtube.com/embed/hd5LRkjGK84" title="YouTube video player" frameborder="0" allow="accelerometer; autoplay; clipboard-write; encrypted-media; gyroscope; picture-in-picture" allowfullscreen
Hiervoor kun je navigeren naar de mediabank. Om een bestand toe te voegen klik je op de button en kies je voor 'add video'. Vervolgens kun je het bestand vullen met de gewenste velden. Voor het veld 'code' geldt dat je hiervoor de ID van de video moet invullen. Deze kun je terugvinden in de URL van de video: https://www.youtube.com/embed/hd5LRkjGK84.
Dit komt waarschijnlijk doordat de categorie niet is aangemaakt in het cms. Je kunt de categorieën aanmaken in het cms onder 'modules' en vervolgens 'Plaece.base categories'.
Wanneer een categorie in het cms wordt aangemaakt, moet je deze koppelen aan de juiste ID's uit Plaece.base. Hiervoor heb je de lijst met opties nodig uit Plaece.base. In Plaece.base zie je links in het menu een kopje "categorieën". Als je hierop klikt, zie je een hele lijst met categorieën en codes.
Deze code kopieer je en vul je in het cms in bij het aanmaken van een nieuwe categorie. Vervolgens zal de Plaece.base categorie gekoppeld zitten aan de cms categorie. Voordeel? Je kunt meerdere categorieën uit het Plaece.base bundelen tot één categorie in het cms.
Je kunt gebruikers toevoegen in de backend van het cms. Dit kan door te navigeren naar 'settings' en vervolgens naar 'users'. Hier kun je een nieuwe gebruiker toevoegen via 'add new'. Let op: zorg ervoor dat een account 'enabled' is en de rol 'administrator' heeft.
Zowel de iconen als de kleuren zijn instelbaar via het cms. Je kunt hiervoor bij de Plaece.base categories de juiste gegevens invoeren en instellen. Voor meer informatie, bekijk ons blogbericht.
De algemene zoekfunctie van de website doorzoekt vrijwel alle content van de website. Deze zoekfunctie gebruikt de ingevoerde zoektermen om relevante content op te halen en te tonen. Voor alle detailinformatie hoe dit precies werkt, kun je terecht op dit blogbericht.
Er zijn veel mogelijkheden en scenario's denkbaar als het gaat over een meertalige website. Wanneer je voor een .nl domein kiest, informeer je Google dat je een website hebt met de focus op gebruikers in Nederland (in zeer waarschijnlijk de Nederlandse taal). Met een .com website is het mogelijk om binnen Google Search Console aan te geven op welk land je focust met je website. Voor het volledige advies en de achtergronden kun je nalezen in dit blogbericht.
Er zijn een aantal richtlijnen die belangrijk zijn om te volgen. Sowieso is het advies om altijd een titel en een omschrijving in te voeren. Hoe het werkt en hoe je dit het beste kunt invullen kun je lezen op https://blog.citynavigator.nl/zo-word-jij-met-1-klik-een-seo-held/
Hoe groot moet mijn afbeelding zijn om goed getoond te worden op de website? Dat klinkt als een logische vraag, waar een heel eenvoudig antwoord op gegeven zou kunnen worden. In de praktijk is dat helaas iets lastiger dan je in eerste instantie zou denken. Lees er meer over op de blog: https://blog.citynavigator.nl/hoe-groot-moet-ik-een-foto-uploaden-naar-mijn-website/
Iedereen heeft ervan gehoord: categorieën, tags en markers. Velen hebben er mee gewerkt, maar wat is nu het verschil tussen deze drie vormen? En wat kun je er nu eigenlijk mee? Om al deze vragen te beantwoorden, brengen we de werking in kaart en laten we je met een aantal praktische voorbeelden zien hoe je deze drie filtermogelijkheden in kunt zetten. Dit alles kun je terugvinden op https://blog.citynavigator.nl/categorieen-tags-en-markers%E2%80%A6-wat-is-het-verschil-en-wat-kun-je-ermee/
Anchor tags (ankers) kunnen gebruikt worden om automatisch door te verwijzen naar een specifiek onderdeel van een webpagina. De werking van deze anchor tags is recent gewijzigd, vandaar een korte toelichting hoe het nu ingezet kan worden.
Anchors worden automatisch gemaakt wanneer de titel van een pagepart wordt ingevuld. De titel van de pagepart is altijd terug te vinden in het tabblad "Settings" wanneer een pagepart wordt bewerkt of aangemaakt. Het veld 'subtitle' heeft hierin geen meerwaarde, het gaat echt alleen om het veld 'title'.
Je zult merken dat, wanneer de titel van de pagepart is ingevuld en de pagina opgeslagen is, er een ID zichtbaar is bij de titel in het cms. De ID wordt alleen getoond wanneer de pagina al een keer met deze pagepart is opgeslagen, omdat op dit moment de ID pas bekend is.
De informatie welke bij deze ID wordt getoond, is de informatie welke nodig is om een goede doorverwijzing te maken naar de pagepart. Hoe je het instelt lees je hieronder.
In basis kun je hiervoor een normale URL instellen. Bij het type van de URL kun je kiezen voor 'external' en vervolgens kun je de ID als URL instellen. Houdt er rekening mee dat er een hashtag vóór de ID moet komen te staan. Dit klinkt lastig, maar hier is een voorbeeld om het duidelijk te maken:
Voorbeeld ID: 1234-content-pagepart
Voorbeeld hyperlink: #1234-content-pagepart
Wanneer je in de WYSIWYG-editor (van bijvoorbeeld de content pagepart) een hyperlink gaat maken, kun je kiezen voor een 'URL' en dan simpelweg dezelfde hyperlink invoeren.
Navigation pagepart
De werking van de navigation pagepart is ongewijzigd gebleven.
Als er te weinig witruimte rondom de teksten staat, kun je de uitlijning van de tekst aanpassen. Dit kun je doen voor de content pageparts onder de optie ‘Style’ en vervolgens de optie ‘Add padding around content’ aan te vinken.
Website updates
Een website wordt 1-4 keer per jaar geupdate. Dit houdt in dat het CMS van de site van een nieuwere versie wordt voorzien. Het voordeel hiervan is dat er ook optimalisaties worden doorgevoerd voor betere gebruikerservaring.
Over het algemeen is dit een vrije keuze, echter wanneer er een belangrijke databas update is tbv veiligheid en ondersteuning voor nieuwe features dan kunnen wij dit verplichten.
Ja bij elke update zijn er standaard kosten verbonden. Per versie kan er nieuwe mogelijkheden, verbeteringen en of bugfixes van toepassing zijn. De aantal uren van de werkzaamheden zijn afhankelijk van de versie die de website op dat moment heeft. De uren worden van te voren gecommuniceerd en achteraf gefactureerd of van strippenkaart afgehaald. Wanneer je een update abonnement hebt dan hoef je niks te doen.
De grootte van de update-abonnementen is afgestemd op basis van complexiteit van de geleverde Citynavigator Website (template) en rijkheid aan modules. De update abonnementen gaan uit van een gereduceerd uurtarief t.o.v. het uurtarief van € 120,- per uur.
Abonnement
Per maand
Small
€ 165,-
Medium
€ 220,-
Large
€ 275,-
Extra Large
€ 330,-
Genoemde prijzen zijn excl.BTW.
De updates worden uitgevoerd op basis van ingeschatte tijdsbesteding (S: 18 uur, M: 24 uur, L: 30 uur en XL: 36 uur per jaar)1
Updates gelden binnen de huidige hoofdversie van het Citynavigator CMS: ‘Minor’ updates. Het upgraden van een ‘Major’ versie is niet inbegrepen in deze abonnementen en zal los door Insiders worden voorgesteld indien van toepassing.
Wanneer een overstap naar de nieuwere versie van Citynavigator (major update) verstandig is zal Insiders tijdig content opnemen om samen een upgradeplan op te stellen.
Het updateabonnement garandeert een up-to-date systeem op het moment dat u wilt door ontwikkelen of nieuwe functionaliteiten aan wilt schaffen.
Het afnemen van een update abonnement is niet verplicht, het is mogelijk te kiezen om updates incidenteel op basis van nacalculatie uit te voeren via losse facturatie of strippenkaart. Let op! Langere tijd niet updaten heeft gevolgen voor stabiliteit.
Ja dat kan, je kan via onze online release notes de nieuwe mogelijkheden, verbeteringen en of bugfixes per versie nalezen. De oude en nieuwe versie van jouw website wordt per e-mailbericht gecommuniceerd.
Google Analytics 4
De websites die door Insiders zijn gemaakt en wij de Google Analytics gegevens hebben zijn standaard gekoppeld. Echter deze koppeling meet verder nog geen statistieken zoals doelen en events. Hiervoor moet je minimaal een basis installatie GA4 door ons laten doen.
Wanneer je bij Google Analytics blijft voor de metingen moet je vanaf 1 juli 2023 al overgestapt zijn naar Google Analytics 4. Google Universal Anlytics is dan onbruikbaar en wordt er niks meer gemeten. Let hierbij op als je actief wilt meten dat je dan al minimaal de basis installatie hebt laten uitvoeren met als inrichting de basis doelen en evenementen.
Pakket Small - Basis inrichting
Installatie GA4, Google Tagmanager + inrichting van basis doelen (bijv. hoe vaak wordt een pagina bekeken, via welke kanaal komen bezoekers binnen etc.) en evenementen (bijvoorbeeld klik op call to action button, klik op "Bezoek de website" etc.) voor de ODP locatie- en evenementenpagina. Op basis van de benchmarks en ervaring die wij hebben betreft het meten van data binnen destinatiemarketing, hebben wij de belangrijkste doelen en evenementen in kaart gebracht. Deze worden ingesteld tijdens de basis inrichting.
Pakket Medium - Basis inrichting + basis Google Datastudio Dashboard
Bij deze optie wordt zoals hierboven beschreven de basis inrichting verzorgd. Daarnaast wordt een basis Google Datastudio Dashboard opgesteld. Hierdoor kun je de data gemakkelijker aflezen en zou je het gemakkelijker kunnen presenteren.
Pakket Large - Basis inrichting + Maatwerk
Wil je specifieke resultaten of campagnes meten? Dan dienen we de inrichting op maat te verzorgen.
Meer weten over de pakketten en prijzen? Neem hiervoor contact met ons op.
Plaece.base
Voordat iemand kan inloggen in Plaece.base, is er een eigen inlogaccount nodig. De inlogaccounts worden altijd persoonlijk aangemaakt en zitten gekoppeld aan één of meerdere organisaties. Zodra iemand geen toegang meer mag hebben, kun je het account ook uitschakelen.
Het aanmaken van een nieuw account is alleen mogelijk voor accounts met een beheerdersrol. Deze accounts hebben in de hoofdnavigatie een extra rubriek genaamd "gebruikers". Hierin kunnen alle bestaande gebruikers bekeken en aangepast worden. Dit is tevens het overzicht waarmee een nieuwe gebruiker aangemaakt kan worden. Hiervoor kun je rechtsboven klikken op de knop "toevoegen".
Een nieuwe gebruiker aanmaken
De eerste keuze bij het aanmaken van een nieuwe gebruiker is of deze actief/niet actief is. Zodra een gebruiker inactief is, is het niet mogelijk om in te loggen. Het is dus belangrijk om de gebruiker altijd actief te maken. Als tweede stap kun je de aanhef, voornaam, achternaam en het e-mailadres invullen.
De belangrijkste (en moeilijkste) velden bij het aanmaken van een gebruiker zijn de velden "gebruikersgroep", "organisatie" en "organisatie met leesrechten".
Gebruikersgroep
De gebruikersgroep bepaalt hoeveel rechten het account krijgt in het Open Data Platform. Je kunt altijd kiezen uit twee smaken: beheerder of gebruiker. In het geval dat je een account aanmaakt voor een ondernemer, is het altijd zeer belangrijk om te kiezen voor de groep "gebruiker". Dit zorgt ervoor dat diegene niet te veel rechten krijgt in het systeem. De groep "beheerder" is alleen benodigd voor gebruikers welke gekoppeld worden aan een beheerorganisatie.
Organisatie
De organisatie bepaalt welke content (lees: evenementen, deals, locaties en routes) dit account kan inzien én bewerken in het systeem. Vaak is er één organisatie gekoppeld aan één gebruiker, maar het is tevens mogelijk om meerdere organisaties te koppelen aan één inlogaccount. Zo kan iemand met zijn eigen inlogaccount de content van meerdere organisaties beheren. Hiervoor hoef je dus geen losse accounts aan te maken!
Organisatie met leesrechten
Dit veld bepaalt of de gebruiker naast zijn eigen content ook de informatie van andere partners kan inzien in het systeem. Deze content kan niet bewerkt worden, maar kan wel doorgezet worden naar een eigen applicatie. Met de leesrechten voorkom je dubbele invoer vanuit meerdere organisaties, omdat ze gezamenlijk items van elkaar kunnen gebruiken.
In het Open Data Platform is het mogelijk om meerdere unieke organisaties aan te maken. Iedere organisatie is een eigen partij welke zijn eigen content kan bekijken en beheren. Afhankelijk van hoeveel partners er samenwerken in hetzelfde systeem, kunnen de aantallen verschillen tussen één of honderden organisaties.
Het aanmaken van een nieuwe organisatie is alleen mogelijk voor accounts met een beheerdersrol. Deze accounts hebben in de hoofdnavigatie een extra rubriek genaamd "organisaties". Hierin kunnen alle bestaande organisaties bekeken en aangepast worden. Dit is tevens het overzicht waarmee een nieuwe organisatie aangemaakt kan worden. Hiervoor kun je rechtsboven klikken op de knop "toevoegen".
Een nieuwe organisatie aanmaken
De eerste keuze bij het aanmaken van een nieuwe organisatie is of de organisatie actief/niet actief is. Zodra een organisatie inactief is, kunnen accounts gekoppeld aan deze partij geen werkzaamheden verrichten. Het is dus belangrijk om de organisatie altijd actief te maken. Als tweede stap kun je de naam van de organisatie invoeren, samen met eventueel een omschrijving en logo.
De belangrijkste (en moeilijkste) twee velden bij het aanmaken van een organisatie zijn de velden "bovenliggende organisatie" en "applicatie".
Bovenliggende organisatie
De bovenliggende organisatie is de organisatie welke het beheer krijgt over de nieuwe organisatie die wordt aangemaakt. De bovenliggende organisatie heeft altijd het volledige recht om alle content van de (onderliggende) organisatie in te zien en te bewerken. In sommige gevallen is er altijd maar één bovenliggende organisatie en is de keuze makkelijk. Met name in platformen waarin meerdere beheerorganisaties samenwerken is de keuze lastiger én extra belangrijk. Zorg ervoor dat altijd de juiste beheerder staat ingesteld!
Applicatie
De applicatie bepaalt welke applicaties deze organisatie mag gebruiken bij het aanmaken van content. In veel gevallen is dit altijd één keuze, maar het kunnen ook meerdere applicaties zijn. Deze rechten worden ingesteld op organisatieniveau, wat automatisch betekent dat alle accounts welke gekoppeld zitten aan deze partij, het recht hebben om deze applicaties te gebruiken.
Contact- en adresgegevens
De contact- en adresgegevens kunnen verder ook ingevuld worden. Dit is met name ter referentie handig, zodat je altijd later kunt terugzien wie de organisatie is en bij wie je moet zijn voor eventuele vragen.
Zodra alle gegevens volledig en goed zijn ingevuld kun je de organisatie aanmaken. Deze zal vervolgens automatisch in het overzicht van alle organisaties terechtkomen. De volgende stap is zeer waarschijnlijk het aanmaken van een gebruiker.
Een call to action (CTA) is een uitnodiging voor de gebruiker om een specifieke actie uit te voeren. De call to action is altijd de belangrijkste knop op de pagina. Een voorbeeld is bijvoorbeeld een knop waarmee het mogelijk is om op de pagina van een restaurant een reservering te maken. Het doel van een CTA is om de gebruiker te bewegen tot actie, met als doel om een conversie te realiseren.
Waarom is een goede call to action belangrijk?
Een goede call to action is van groot belang, omdat het de conversie bevordert. Als de call to action niet duidelijk en aantrekkelijk is, snappen mensen niet wat ze moeten doen en zijn ze snel weer weg. Ze komen immers met een bepaald doel op jouw pagina en als ze hun doel niet kunnen bereiken, zoeken ze ergens anders verder. Een goede call to action moet helder en overtuigend zijn, zodat de gebruiker snel en makkelijk de gewenste actie uitvoert.
Tips voor het schrijven van een goede call to action
Zorg voor duidelijkheid:
Maak duidelijk wat de gebruiker moet doen en waarom. Gebruik een heldere en aansprekende taal en stel specifieke, haalbare doelen.
Creëer urgentie:
Urgentie kan helpen om gebruikers te bewegen tot actie. Dit kan door beperkte tijd aan te bieden of door de beperkte beschikbaarheid van een reis of tour aan te geven. Gebruik signaalwoorden zoals “Nu”, “Snel”, “Direct”, enz.
Aanbieden van waarde:
Bied een specifieke waarde aan voor het uitvoeren van de oproep tot actie. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm zijn van een speciale aanbieding, informatie over unieke ervaringen of toegang tot exclusieve tours.
Een API-koppeling is een technische connectie tussen twee systemen. Hiermee is het mogelijk om automatisch data uit te wisselen tussen beide platformen. API-koppelingen zijn vaak technisch lastige materie. Mocht je hiermee aan de slag willen dan is het verstandig om de hulp van Insiders in te schakelen.
Hoe maak je een API-kanaal?
In het Open Data Platform is de mogelijkheid aanwezig om een API-kanaal in te richten. Het inrichten hiervan is alleen mogelijk door medewerkers van Insiders, dit kun je helaas niet zelf.
Middels een API-kanaal wordt het mogelijk om data uit te wisselen met een extern systeem. Er zijn hierin twee verschillende smaken beschikbaar:
Export
Een exportkanaal zorgt ervoor dat er informatie wordt verzonden. Dit betekent dat content welke aanwezig is in het Open Data Platform aangeboden kan worden richting een extern systeem. Het externe systeem kan de informatie uitlezen, verwerken en tonen.
Stel dat een partner een externe website heeft laten realiseren maar wel graag gebruik wil maken van alle evenementen, dan kan deze informatie beschikbaar gesteld worden door daarvoor een specifiek API-kanaal in te richten.
Import
Een importkanaal zorgt ervoor dat externe informatie wordt ingelezen in het Open Data Platform. Hiermee kan content vanuit een externe bron worden geïmporteerd in het Open Data Platform. Een voorbeeld is bijvoorbeeld het automatisch inlezen van alle theatervoorstellingen van het theater in de binnenstad.
Voor beide kanalen geldt dat deze geconfigureerd kunnen worden aan de hand van specifieke filters. Deze filters zorgen ervoor dat de content anders wordt verwerkt. Zo is het mogelijk om in het exportkanaal de data te beperken, zodat een partner alleen de informatie ontvangt welke zij nodig hebben. Voor het importkanaal geldt dat bepaald kan worden hoe de informatie wordt opgeslagen in het Open Data Platform.
Hoe krijg ik toegang?
Alle data is standaard beveiligd, wat betekent dat je specifiek toegang moet krijgen om een API-kanaal te kunnen gebruiken. Dit werkt op basis van een API-token, wat je kunt vertalen naar een "sleutel". Deze sleutel heb je nodig om alle data te kunnen uitlezen. Per partner wordt door Insiders altijd een unieke sleutel aangemaakt en aangeleverd.
Belangrijk: zorg ervoor dat met deze informatie vertrouwelijk wordt omgegaan. Zo zorg je ervoor dat de data altijd bij de juiste partners terechtkomt.
Jouw locatie of evenement kan op meerdere plekken (websites) getoond worden. Door middel van een applicatie kun je aangeven waar hij getoond mag worden.
Het Open Data Platform voorziet in de mogelijkheid om data uit te wisselen naar externe systemen. Een extern systeem is vaak een website, maar kan ook bijvoorbeeld een narrowcastingsysteem of mobiele applicatie zijn. Om te kunnen bepalen welke content wordt uitgewisseld richting welk platform, zijn de applicaties belangrijk. Ieder item wat wordt aangemaakt in het Open Data Platform moet altijd verplicht gekoppeld worden aan één applicatie. Er kunnen ook meerdere applicaties tegelijkertijd aan één item gekoppeld worden. Er is geen maximum ingesteld voor het toevoegen van applicaties.
Iedere applicatie zit gekoppeld aan een API-kanaal. Dit kanaal kun je zien als de brug tussen het Open Data Platform en het externe systeem. De applicatie is hierin de brugwachter wie bepaalt welke content wel (of niet) doorgestuurd mag worden. Dit is dus een keuze welke per item gemaakt kan worden.
Indien er leesrechten zijn toegekend kan de applicatie gekoppeld worden vanuit het vergrendelscherm van een item. Indien je bewerkrechten hebt tot een item, staat het veld applicaties in het tabblad "content".
Iedereen heeft ervan gehoord: categorieën, tags en markers. Velen hebben er mee gewerkt, maar wat is nu het verschil tussen deze drie vormen? En wat kun je er nu eigenlijk mee? Om al deze vragen te beantwoorden, brengen we de werking in kaart en laten we je met een aantal praktische voorbeelden zien hoe je deze drie filtermogelijkheden in kunt zetten.
Allereerst een stukje geschiedenis, want waarom zijn deze drie toepassingen eigenlijk bedacht? De categorieën, tags en markers dienen voor beheerders van een Citynavigator website als filter-middelen. Wanneer een database gekoppeld wordt aan een website, wordt alle informatie uitgewisseld. In het geval van partners met een grote database kan dit betekenen dat er duizenden items worden aangeboden. Redactioneel wil je op een website handmatig kunnen bepalen welke informatie op welke plek wordt getoond. Je wilt immers niet op iedere pagina alle duizenden items tonen. Hiervoor heb je filters nodig en komen de categorieën, tags en markers in beeld.
Categorieën, tags en markers in het Open Data Platform
In het Open Data Platform is het voor beheerders en gebruikers mogelijk om informatie in te voeren. Veelal zullen dit locaties, evenementen, routes en/of deals zijn. Voor alle vier deze types geldt dat ze gekoppeld kunnen worden aan een categorie, tag of marker. De categorie is hierin altijd verplicht, terwijl een tag of marker optioneel is. Tevens kunnen markers alleen door beheerders ingevoerd worden, deze zijn dus niet beschikbaar voor gebruikers.
Het zo goed mogelijk invoeren van deze data zorgt ervoor dat er binnen een website heel specifiek informatie gefilterd kan worden. Stel de wens is om een overzichtspagina te maken met alle restaurants, dan is dit mogelijk door een juiste categorie te koppelen. In veel gevallen is het echter noodzakelijk om een verdere verfijning door te voeren, waarbij de tags en markers in beeld komen.
In basis is het een driedelige functionaliteit:
De basis zijn de categorieën
De verfijning zijn de tags
De specialisatie zijn de markers
Het meest eenvoudige voorbeeld van deze indeling, is de wens om een pagina te maken met alle Italiaanse pizzeria’s. Een vertaling naar de filters ziet er als volgt uit:
De categorie ‘Restaurant’
De tag ‘Italiaans’
De marker ‘Pizza’
Zodra voor alle items in de database deze gegevens worden gevuld, krijg je in de website de mogelijkheid om een breed scala aan pagina’s vorm te geven, specifiek voor de informatie die jij wilt laten zien.
Wat is het verschil tussen tags en markers?
Deze vraag wordt waarschijnlijk het meest gesteld. In basis is er geen verschil tussen een tag of een marker. Het verschil zit hem in de toepassing van deze filters.
Markers kunnen alleen door beheerders gekoppeld worden terwijl tags ook door ondernemers gebruikt gekoppeld worden. Het verschil zit hem in de rechten van de verschillende accounts.
Dit verschil is belangrijk, mede omdat dit bepaald of je een tag of juist een marker wilt inzetten.
Een voorbeeldje:
Stel dat de wens is om op de homepagina van een website dé parels van een stad of streek te tonen. Deze parels worden door de redactie zorgvuldig uitgekozen en in de spotlight gezet. In dit scenario wil je een marker toepassen: de redactie kan in de database dan heel zorgvuldig een selectie aan items koppelen met de juiste marker, om ze vervolgens op de website te tonen.
Zou je in bovenstaand voorbeeld kiezen voor een tag, dan zouden ondernemers hun eigen locatie toe kunnen voegen op de homepage (en dan is het geen redactionele keuze meer)
Een ander scenario is een algemeen overzicht van alle restaurants die geschikt zijn voor kinderen. Dit kunnen in het geval van een grote stad of streek veel diverse items zijn. In dit geval is het handig om een tag te hanteren, zodat ondernemers zelfstandig de juiste tags kunnen koppelen. Als redactie ben je dan niet verplicht om handmatig alle items in te voeren, maar hoef je alleen regie te houden op de content die wordt ingevoerd.
Nee, wij hebben van te voren een uitgebreide categorie lijst opgesteld aan de hand van de input van onze partners / klanten. Mocht je een categorie hebben wat nergens mee te vergelijken is, laat het ons s.v.p. even weten.
In Plaece.base is het mogelijk om bij locaties en evenementen kalenderregels toe te voegen. Bij evenementen vertaalt dit zich in de dagen en tijden waarop het evenement plaatsvindt. Bij locaties kunnen de openingstijden ingevoerd worden.
Hoe werken de kalenderregels?
De naam “kalenderregel” zegt het eigenlijk al. Je kunt meerdere regels aanmaken met kalendergegevens. Iedere regel kan een nieuwe (unieke) datumreeks bevatten. Per kalenderregel heb je de volgende opties:
Taal
Patroon
Datum
Tijden
Status
Call to action
We gaan per optie toelichten waarvoor je hem kunt gebruiken.
Kalenderregels per taal instellen
Iedere losse kalenderregel kan gekoppeld worden aan één of meerdere talen. Indien dit veld wordt leeggelaten, dan zal de kalenderregel actief zijn voor alle beschikbare talen. Mocht je geen uitzonderingen hebben voor meertalige bezoekers, dan is het advies om het veld altijd leeg te laten. Met dit veld is het mogelijk om heel specifieke uitzonderingen te maken per meertalige website.
Een voorbeeld: "Een rondleiding voor Nederlandse en Engelse bezoekers vindt iedere zaterdag plaats van 13.00 t/m 14.00 uur. Voor Duitse bezoekers vindt de rondleiding plaats van 15.00 t/m 16.00 uur."
In dit voorbeeld kun je twee losse kalenderregels aanmaken: eentje voor de Nederlandse en Engelse website en eentje voor de Duitse website. Hiermee is het mogelijk om een bezoeker van de Duitstalige website alleen de rondleiding van 15.00 t/m 16.00 uur te laten zien.
Kies het juiste patroon
Er zijn in totaal vijf patronen waarin een keuze gemaakt kan worden:
Specifieke dag
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Jaarlijks
Afhankelijk van welk patroon wordt gekozen, zullen er meer (of minder) opties beschikbaar komen. Het specifieke dag patroon is de meest simpele variant. Met dit patroon kun je alleen één datum selecteren. Mocht je meerdere losse dagen willen invoeren, dan zou je hiervoor meerdere kalenderregels kunnen maken met ieder een specifieke dag als patroon.
Mocht je een aaneensluitende reeks aan data willen invoeren, dan is het dagelijks patroon een betere keuze. Hiermee kun je namelijk naast een begin- ook een einddatum invoeren.
Voor locaties wordt vrijwel altijd het wekelijkse patroon gebruikt. Het fijne aan dit patroon is dat je niet zozeer gebonden bent aan een begin- of einddatum, maar juist de gegevens kan invoeren op basis van de dagen van de week. Zo kun je heel specifiek per dag de gewenste openingstijden invoeren.
Meerdere tijden per kalenderregel
Per kalenderregels is het mogelijk om één of meerdere tijden toe te voegen aan de kalender. In de interface kun je door te klikken op de kop “Tijd toevoegen” een nieuwe tijd-regel toevoegen.
Afwijkingen per kalenderregel
Per kalenderregels is het mogelijk om een status toe te kennen. Bij locaties is dit bijvoorbeeld "tijdelijk gesloten" en bij evenementen "uitverkocht". Deze status geldt altijd voor één kalenderregel en zal ook per kalenderregel gecommuniceerd worden. Hiermee kun je bezoekers laten weten dat een specifieke voorstelling is geannuleerd, uitverkocht of verplaatst.
Let op: deze status kun je los instellen ten opzichte van de algemene status van het hele item. Mocht je beide eenzelfde status willen meegeven dan zul je dit ook apart moeten invoeren in het systeem.
Verwijs direct door naar een externe website
Als laatste is per kalenderregel ook een call to action beschikbaar. Hiermee kun je een eigen titel (naam van de knop) en verwijzing (externe hyperlink) invoeren. Deze call to action is wederom per unieke kalenderregel te bepalen. Je kunt er dus voor zorgen dat bezoekers direct kunnen doorklikken naar een bestelpagina voor een specifieke voorstelling.
Het is mogelijk om bij het tabblad "media" een link naar een video toe te voegen. Let op bij het kopiëren van de link dat je achter youtube.com/watch?v=xxxxxxxxxx hebt staan.
Dit kan door eerst de titel aan te passen naar een niet wenselijke titel en het item op te slaan. Vervolgens kun je het item opnieuw bewerken. Dit keer kun je de titel aanpassen naar de wenselijke titel. Bij de URL verschijnt hierbij een optie om de URL bij te werken. Klik hierop en sla het item opnieuw op.
Dit is alleen mogelijk voor beheerders. Onder de rubriek 'Content Hub' staat een optie genaamd 'CSV Export'. Hiermee kun je alle gewenste informatie exporteren naar een CSV-bestand. Voor meer informatie verwijs ik je door naar https://blog.citynavigator.nl/data-exporteren-met-de-csv-export/
Er zijn een aantal richtlijnen die belangrijk zijn om te volgen. Sowieso is het advies om altijd een titel en een omschrijving in te voeren. Hoe het werkt en hoe je dit het beste kunt invullen kun je lezen op https://blog.citynavigator.nl/zo-word-jij-met-1-klik-een-seo-held/